Manuel de Falla, het Spaanse in de klassieke muziek


Manuel María de Falla y Matheu werd geboren in Cádiz op 23 november 1876. Vanaf 1890 studeerde hij muziek aan het Real Conservatorio Superior de Música de Madrid in Madrid. Eén van zijn leraren was Felipe Pedrell, een belangrijke naam binnen de wereld van de zarzuela >>. Onder diens invloed raakte De Falla geïnteresseerd in de autochtone Spaanse muziek, waaronder de flamenco >>. De invloed van deze muzieksoort is een kenmerk van zijn gehele oeuvre.

Zijn eerste belangrijke werk was een zarzuela in één acte, La vida breve. Hij componeerde het in 1905, maar pas in 1913 ging het in première. Daarna, van 1907 tot 1914, verbleef De Falla in Parijs, waar hij beïnvloed werd door componisten als Maurice Ravel en Claude Debussy. Bij terugkeer begon hij opnieuw eigen muziek te schrijven. Zijn bekendste werken uit die periode zijn Noches en los jardines de España, El amor brujo en El corregidor y la molinera. Na een bewerking werd de laatste compositie bekend als El sombrero de tres picos.

Van 1921 tot 1939 woonde De Falla in Granada. Daar schreef hij o.a. El retablo de maese Pedro. De invloed van de Spaanse volksmuziek in zijn eigen composities nam af en zijn stijl werd meer neo-classisistisch.
In 1939, tijdens de burgeroorlog, vertrok De Falla met zijn zzuster María del Carmen vanuit het nog republikeinse Barcelona naar Argentinië, om daar een serie concerten te geven. Daar weigert hij een levenslang pensioen van de nieuwe Spaanse regering op voorwaarde dat hij terugkeert. Op 14 november 1946 overleed hij in Alta Gracia, waarna zijn zuster zijn partituren en andere documenten samenbracht met andere, die zijn vrienden en broer Germán heeft bewaard. Die zijn nu te zien in de Fundación Manuel de Falla in Granada

Ga verder naar de officiële website van de Fundación Manuel de Falla.