Isaac Albéniz: 'Iberia' als meesterwerk


Isaac Manuel Francisco Albéniz werd geboren op 29 mei 1860 in Camprodón (Girona, Catalunya). Als zesjarige kreeg hij al in Parijs pianoles van Marmontel. Terwijl hij als vijftienjarige aan het conservatorium van Madrid studeerde, gaf hij al allerlei concerten. Als zestienjarige kreeg hij een koninklijke beurs om in Brussel aan het conservatorium compositie en piano te studeren, o.a. bij Brassin. Op zijn negentiende ontving hij de eerste prijs voor piano.

In 1883 vestigde hij zich in Barcelona. Onder invloed van Felipe Pedrell ging hij vanaf dat moment muziek schrijven met meer Spaanse elementen. In 1886 componeerde hij o.a. Suite Española op. 47 en Rapsody Española para piano y orquesta op. 70. Tijdens het componeren van enkele opera's woonde Albéniz enige tijd in Parijs, waar hij o.a. Dukas zou leren kennen. In 1897 gaf hij er een cursus aan de Schola Cantorum.

Van 1906 tot 1909 werkte Albéniz aan zijn meesterwerk Iberia, waarin hij de pianotechniek van Liszt in een impressionistische stijl brengt met elementen uit de Andalusische volksmuziek. Eerder, in 1890, voltooide hij ook de zg. Suite España. Deze heeft nog niet dezelfde samenhang als Iberia, maar is belangrijk geweest om tot dit werk te komen. Het bevat diverse muziek- en dansvormen.

Albéniz leed aan een nierziekte, waar hij uiteindelijk, in Cambo-le-Bains (Frankrijk) op 18 mei 1909 -49 jaar oud- aan zou sterven. Enkele maanden later ontving hij posthuum van de Franse regering en op aandringen van o.a. Claude Debussy en Enrique Granados >> een erekruis.